In 2013 hernam ik het principe van de kleurwerking van die fotowerken maar nu als
geschilderde tweeluiken getiteld, Kleurverhouding.
Voor alle werken uit de serie gebruikte ik dezelfde zes kleurtonen
(het type kleur: geel, oranje, rood etc.) die echter per tweeluik in helderheid
(licht/donker) en verzadiging (sterk/zwak) verschillen en op die manier telkens een eigen palet
formeerden.
Bij mijn allereerste abstracte werk in kleur, de serie schilderijen Wetmatige beweging uit 1963,
bemerkte ik al dat voor het bereiken van visuele samenhang de verhoudingen tussen de kleuren net
zo belangrijk zijn, zo niet belangrijker, als de kleuren afzonderlijk. Sindsdien heb ik die samenhang
altijd gevonden in een nauwkeurig bepaalde verhouding van kleurtoon, helderheid en verzadiging.
Bij de serie Kleurverhouding zijn alle verhoudingen binnen een palet op het oog bepaald met als
criteria een gelijke verdeling over de kleurencirkel en een stapsgewijze vermeerdering of vermindering
van helderheid en verzadiging. Deze gestructureerde verschillen geven de visuele samenhang aan
het palet.
Hoewel de kleurtoon de drager is van helderheid en verzadiging zijn de verhoudingen van
die laatste twee doorslaggevend voor de indruk van het palet.
In het linker schilderij van een tweeluik zijn de zes kleuren uit het palet gelijkmatig over het
beeldvlak verdeeld, in het rechter schilderij ongelijkmatig, dus in plaats en hoeveelheid verschillend.
Desondanks blijft de kleurindruk van het palet dezelfde. Sommige kleuren krijgen in het rechter
schilderij meer nadruk door hun hoeveelheid en vorm, maar op hun kleurverhouding heeft dat geen invloed.
Voor de serie drieluiken Articulatie van kleur uit 2016 heb ik een nieuw palet gemengd, nu met zeven kleurtonen op gelijke afstand op de kleurencirkel maar per drieluik weer variërend in helderheid en verzadiging. In het middendeel is er een gelijkmatige verdeling van de zeven kleuren, in gelijke aantallen en met een gelijkmatige spreiding. Daardoor zijn alle verhoudingen en wisselwerkingen gelijkwaardig. De twee andere luiken gaf ik een ongelijkmatige dosering om, meer uitgesproken dan in de serie Kleurverhouding, een verschillende indruk van dezelfde kleuren te bereiken. De herkenning van het palet blijft ongemoeid dankzij de verhoudingen tussen de kleuren. Het verschil in dosering, waarmee op bepaalde kleuren de nadruk wordt gelegd, brengt in de twee luiken eigenschappen van het palet naar voren die verschillend appelleren aan de voorkeur, associatie en stemming van de toeschouwer.
Als we om ons heen kijken, dan manifesteren die beide aspecten, de kleurverhouding en de kleurdosering zich in alle dingen gelijktijdig. Maar meestal zijn we ons daarvan niet bewust en kijken we heel globaal, of zien we alleen de afzonderlijke kleuren. Ir. D. Dekkers (cThrough.nl) schreef een algoritme voor een zo gelijkmatig mogelijke verdeling van zes kleuren over een vlak van 6x6 vierkanten in de serie Kleurverhouding (linker paneel) en voor de zeven kleuren in een vlak van 7x7 vierkanten in de serie Articulatie van kleur (middenpaneel). Daarbij dienden als criteria dat alle kleuren even vaak moesten voorkomen (bij zeven kleuren ieder 7x), een gelijk aantal overgangen per kleurenpaar (ieder 4x) en geen aansluiting horizontaal, verticaal of diagonaal van dezelfde kleur. Ondanks deze beperking ontstond een veelheid aan oplossingen. Voor een verdeling van vijf kleuren over een vlak van 5x5 vierkanten zijn dat 14205120 mogelijkheden, voor een verdeling van zes kleuren over een vlak van 6x6 vierkanten bleek het aantal te groot om in enkele weken continue rekenen te achterhalen. De uitkomsten hadden echter als bezwaar dat er patronen ontstonden die een visueel gelijkmatige verdeling verstoorden. Denk hierbij aan het bij herhaling voorkomen van dezelfde kleurovergangen in rijen of kolommen, aan rotaties van dezelfde kleuren of het ontstaan van figuren. Gaandeweg en op het oog werden aanvullende criteria bepaald om die storende patronen uit te sluiten. Dit resulteerde uiteindelijk in tientallen beperkende maatregelen die echter gezamenlijk te stringent bleken, waardoor bij Articulatie van kleur van de 749 beginmogelijkheden (zonder beperkende criteria) geen enkele configuratie over bleef. Een niet volledige toepassing van de uitsluitingen leverde echter een enkele uitkomst met een visueel acceptabele verdeling.
PS ‘16